Lichtreclame, maar niet op zondag

Lichtreclame, maar niet op zondag

Gisteren, zaterdag 8 november, las ik in de Barneveldse krant dat er in de gemeente Barneveld aan 866 (!) lantaarnpalen verlichte reclamebakken mogen hangen. Dat levert de gemeente “tienduizenden euro’s” op, volgens wethouder Aart de Kruijf (SGP).

Als ondernemer betaal je 895 euro voor de lichtbak en 1755 euro huur per jaar, maar daarvoor ben je wel altijd zichtbaar, aldus de woordvoerder van Iwaarden Lichtreclame.

Behalve………op zondag, want dan brandt de lichtreclame niet. Dat is volgens Iwaarden afgesproken met de gemeente.

Vooropgesteld, we zagen als Pro’98 al helemaal niets in de lichtreclamebakken, maar het college van SGP, CDA, CU en VVD was er voor dat ze er mochten komen, dus daar zal ik, voor dit moment, geen woorden aan vuil maken. Maar dan vraag ik me toch af waarom er besloten is dat de lichtbakken niet op zondag mogen branden?

Deze wens van de gemeente, of beter, het college, lijkt te zijn ingegeven door de invloed van nog altijd een minderheid in deze gemeente die niet op zondag geconfronteerd wil worden met commerciële uitingen. De meeste kerkgangers gaan echter overdag naar de kerk. Een moment van de dag, dat je zelfs zonder verlichting de reclame op de lichtbakken uitstekend kunt lezen. Of je dat nu wilt of niet: je wordt op zondag toch met de reclame geconfronteerd.

Gebeurt dit dan voor de ondernemers, die op zondag geen reclame willen maken?
Hun stel ik voor dat  zij op zaterdagavond voor twaalven de lichtbak weg halen en deze op 1 minuut over twaalf maandagochtend weer ophangen. Dan weet je pertinent zeker dat je op zondag geen reclame maakt. Want hoe je het ook draait of keert: je kunt de overheid natuurlijk niet verantwoordelijk laten zijn voor de bewaking van jouw principes.

Monique Rosbergen, 9 november 2008

P.S. Mocht je hier op willen reageren, dan kan dit hieronder via de button “Geef feedback”. Je hoeft je alleen maar te registreren

Antwoord college op onze schriftelijke vragen:

1. volgens de woordvoerder van Van Iwaarden Reclame in de Barneveldse Krant mogen er aan 866 palen lichtreclame hangen. Dit lijkt strijdig met het collegebe-sluit van  27 maart 2007 waarin wordt gesproken over maximaal 526 lichtreclamebor-den. Is de informatie van de woordvoerder van Van Iwaarden correct? En als dat het geval is, waarom is er voor uitbreiding van het aantal lichtreclameborden gekozen?

Antwoord: lichtbakreclame aan lichtmasten bestaat al sinds begin jaren negentig op industrieterrein Harselaar en op bedrijventerrein De Valk. Het collegebesluit van 27 maart 2007 heeft betrekking op een aantal extra borden op nieuwe locaties, dit is ook steeds in de stukken aangegeven. In het collegebesluit wordt nog gesproken over maximaal 526 (nieuwe) borden, uitein-delijk zijn dit er 519 geworden. De firma Van Iwaarden Reclame noemt in de Barne-veldse Krant een totaal aantal van 866 lichtbakken. Dit totale aantal is ons echter niet exact bekend, begin jaren negentig is er toestemming verleend voor afgebakende ge-bieden en niet voor concrete aantallen borden c.q. palen. In de praktijk blijkt dat er een grote behoefte bestaat aan niet direct locatiegebonden borden, die al dan niet een verwijsfunctie hebben. Dit blijkt wel uit het relatief grote aantal borden dat zonder vergunning wordt geplaatst. De behoefte bestaat niet alleen op de bovengenoemde bedrijventerreinen, maar ook langs de doorgaande wegen daarbuiten. Om zoveel mogelijk uniformiteit en eenheid in het straatbeeld te bereiken, zijn losse niet-locatiegebonden borden niet toegestaan langs de wegen waar lichtbak-reclame aan lichtmasten is toegestaan.

2. hoeveel lichtreclameborden zijn er inmiddels verhuurd?

Antwoord: per 1 oktober 2008 waren er 38 lichtbakken verhuurd, en zijn er 10 wer-vingsbakken opgehangen. Inmiddels ligt het aantal verhuurde bakken iets hoger. Naast de al langer bestaande locaties is het aantal van 519 nieuwe lichtbakken het absolute maximum.

3. waarom is er besloten om op zondag de lichtreclame niet te laten branden?

Antwoord: uit de inspraakreacties kwam naar voren dat een aantal inwoners zich vanuit hun geloofsovertuiging stoort aan de verlichting van reclameborden op zondag. Met dit standpunt wordt rekening gehouden doordat de lichtbak op de zondag automatisch wordt uitgeschakeld.

4. in hoeverre is er sprake van horizonvervuiling en energieverspilling?

Antwoord: het categorisch uitsluiten van lichtbakken (al dan niet in lichtmasten) past naar ons oordeel niet in het streven om het welstandstoezicht verder terug te dringen. Verder stellen wij ons op het standpunt dat er door het toepassen van lichtbakreclame geen onacceptabel straatbeeld ontstaat. De welstandscommissie kon zich overigens wel vinden in het ontwerp van het bord. Ten aanzien van het energieverbruik wordt opgemerkt dat door middel van het toepas-sen van een schakelklok de lichtbakken niet onnodig lang verlicht zullen zijn. In de praktijk betekent dit dat het licht gedurende de nachtelijke uren en op de zondag uitge-schakeld is. Het energieverbruik wordt derhalve tot het in dit kader noodzakelijke be-perkt.

5. voor reclameborden die niet of direct bij de bedrijfslocatie zijn geplaatst, gel-den hele specifieke regels. Onder andere dat ze geplaatst moeten zijn buiten de be-bouwde kom, moeten verwijzen naar de bedrijfslocatie (300-500 meter) en dat ze niet geplaatst mogen worden bij kruisingen. Waarom gelden deze regels niet voor lichtre-clame?

Antwoord: voor reclameborden die niet locatiegebonden zijn, gelden inderdaad speci-fieke regels. Deze regels zijn met name vastgesteld om een wildgroei van allerlei losse borden op niet wenselijke locaties te voorkomen (bijvoorbeeld een groot bord op een kar nabij een drukke kruising). Hierbij is het van belang dat dergelijke borden alleen op particuliere gronden zijn toegestaan, hetgeen niet het geval is bij de lichtmastreclame. Bij de lichtmastreclame heeft de gemeente invloed op de locatie en de vormgeving van het bord. Bij particuliere borden is dit niet het geval, zodat aanvullende voorschriften in die situatie noodzakelijk worden geacht. Voor de invalswegen en de doorgaande wegen is gekozen voor de lichtmastreclame. Voor deze wegen, die veelal de entree tot een kern vormen, willen wij een uniform straatbeeld nastreven. Hierdoor wordt verrommeling voorkomen. Dit wordt bereikt door langs deze wegen uitsluitend een uniform bord toe te passen. Door de beperkte afme-ting van het bord en de bevestiging aan een lichtmast achten wij het niet noodzakelijk om aan deze borden verdergaande eisen te stellen.

6. waar kunnen we het besluit vinden langs welke wegen lichtreclame is toege-staan en langs welke wegen niet?

Antwoord: de betreffende reclamevergunning is op 16 juni 2008 aan Van Iwaarden Reclame verleend. In de bij dit besluit behorende bijlagen zijn alle locaties en aantallen aangegeven. Dit besluit met bijlagen ligt voor alle raadsleden ter inzage in de leeska-mer.

7. waarom is er, bij het collegebesluit van 27 november 2007, op geen enkele wijze rekening gehouden met de bijdragen uit de diverse fracties tijdens de vergadering van de commissie Grondgebied van 26 april 2007?

Antwoord: na de door de wethouder tijdens de commissievergadering gegeven toelich-ting op de inhoud en de noodzaak van het plan (begroting 2006) kon gezien het ver-loop van de bespreking naar ons oordeel niet de conclusie worden getrokken dat er sprake was van onoverkomenlijke bezwaren.

Met vriendelijke groet,
burgemeester en wethouders,

D. Bakhuizen J.A.M.L. Houben
secretaris burgemeester