“Redelijk onvergeeflijk”

“Redelijk onvergeeflijk”

Zo luidde het oordeel van wethouder Van den Hengel in de Barneveldse Krant van 13 april, die blijkbaar vindt dat hij eerder verantwoording moet afleggen aan de krant en het publiek, dan via een interpellatie aan de raad. Dat stelt ons teleur.

Waarom heeft u zich laten interviewen voordat u over de materie verantwoording heeft afgelegd aan de raad? Vindt u dat de juiste volgorde?

De memo van 8 april was aanleiding tot deze interpellatie:

  • de wethouder had voor verwarring gezorgd, oftewel onjuiste informatie verstrekt;
  • het uitgestelde raadsvoorstel werd nog een keer uitgesteld omdat er verkeersafwikkelingsberekeningen gemaakt moesten worden;
  • en er wordt door het college voorgesteld voorafgaand aan een nog aan te passen raadsvoorstel een themabijeenkomst te beleggen.

Omdat er in het interview op een aantal zaken antwoord wordt gegeven op vragen die wij ook, of vergelijkbaar, wilden stellen, betrekken wij dit interview bij de vragen die we vanavond aan de wethouder willen stellen. Het interview heeft volledig betrekking op de in ons verzoek genoemde hoofdlijnen:

  1. de inhoud van de door de wethouder verstrekte informatie tijdens de commissievergadering van 15 maart jl. en de memo van het college d.d. 8 april;
  2. de voorbereiding van raadsvoorstellen in het algemeen, specifieker die voorstellen die vallen binnen de portefeuille van wethouder G.J. van den Hengel.

De commissievergadering van 15 maart jl. en de memo van 8 april jl.

Het interview in de krant geeft ons inzicht in dat wat de wethouder zich van de vergadering van 15 maart jl. herinnert. Volgens ons is die herinnering niet correct.

Interview van 13 april 2011 jl. in de Barneveldse Krant citaat van de wethouder: ,,Toen de noodzaak van de tunnel aan de orde was, stelde Gerard Schotanus (fractievoorzitter van de SGP, red.) mij een gesloten vraag over de milieueffectrapportage van Harselaar-Zuid: ‘Is die tunnel volgens dit rapport noodzakelijk?’

Volgens de notulen van 15 maart jl. is het zo helemaal niet gegaan.

Citaat notulen: Pro98: “Gevraagd wordt of als de kruispunten niet op korte termijn aangepast hoeven te worden, de noodzaak voor realisering van de Harselaartunnel en aanpassing van de kruispunten niet wordt ondergraven. Gevraagd wordt of het veilig stellen van subsidies het belangrijkste argument is voor het raadsvoorstel. Ook wordt gevraagd of de dekking van stap 2 ten laste van de gemeente komt.”

Wethouder Van den Hengel antwoordt dat het veilig stellen van subsidies niet het doel van het voorstel is. Voor het bestemmingsplan Harselaar Zuid is een MER-studie verricht. Daarbij is uitgegaan van realisering van de spoortunnel. Het gaat dus om de toekomst van Harselaar Zuid.” Einde citaat.

Het was dus niet in antwoord op een gesloten vraag van de heer Schotanus,

de wethouder legde zélf ongevraagd een verband met de MER-studie.

In reactie op het CDA stelt wethouder Van den Hengel zelfs:

“Wethouder Van den Hengel antwoordt dat bij het bevriezen van plannen er problemen ontstaan voor Harselaar Zuid.”

Waarop de heer Schotanus zich voor het blok gesteld voelde. Citaat uit diezelfde notulen: “De SGP zegt dat de tunnel er moet komen. Harselaar Zuid hangt als het zwaard van Damocles boven het hoofd. Daarom kan nu niet meer tegen het voorstel gestemd worden.”

Tijdens de behandeling van het voorstel in de commissievergadering heeft u juist Harselaar-Zuid als hoofdargument gebruikt om de raad te overtuigen om akkoord te gaan met het raadsvoorstel.

Waarom legde de wethouder uit eigen beweging een verband met de MER-studie?

Waarom verdraait de wethouder in het interview in de Barneveldse Krant van 13 april jl. de gang van zaken over de wijze waarop het onderwerp MER Harselaar-Zuid aan de orde is gekomen tijdens de commissie vergadering van 15 maart jl.?

In datzelfde interview geeft u aan dat u al dezelfde avond wist dat de tunnel niet in de MER Harselaar-Zuid was opgenomen. Ook wij wisten dat de volgende dag al.

Wij hebben overwogen direct schriftelijke vragen te stellen, maar wilden de koninklijke weg bewandelen door eerst te wachten op het door u toegezegde memo. Ons geduld werd danig op de proef gesteld, kan ik u zeggen. We begrijpen dus volledig dat BI op een bepaald moment de knuppel in het hoenderhok gooide en schriftelijke vragen ging stellen.

Waarom duurde het zo lang voordat het college de “ontstane verwarring” zoals genoemd in het memo van 8 april jl. recht zette?

In de Barneveldse Krant stelt de wethouder:

,,Ik had die tijd echt nodig. Ik wilde hierover uitvoerig spreken met de andere bestuursleden en moest een aantal dingen uitzoeken. We wilden als college hier eensgezind optreden. Om goed duidelijk te krijgen wat nu de situatie is, hebben we omwille van de zorgvuldigheid even gewacht met informeren van de raad.”

U wilde als college eensgezind optreden: was er dan sprake van onenigheid en waarover was er dan onenigheid?

Wat viel er nog meer uit te zoeken dan feitelijk te constateren dat de tunnel niet was opgenomen in de MER Harselaar-Zuid?

Citaat uit hetzelfde interview:

“Ik kan mijzelf achteraf wel voor het hoofd slaan dat ik de commissie hiermee verkeerde informatie heb gegeven. …..ik baal hiervan! Het college heeft inmiddels schriftelijk haar excuses aangeboden, ik doe het hier persoonlijk nogmaals.”

Wanneer heeft de wethouder i.c. het college schriftelijk excuses aangeboden?

De enige reactie die wij van het college kennen is een memo van 8 april jl. citaat: “Wel merken wij op dat de tunnel niet noodzakelijk is voor een adequate verkeersafwikkeling van Harselaar-Zuid. Het college betreurt het dat door de mededelingen die in de commissie bestuur daarover zijn gedaan onnodige verwarring is ontstaan.”

In onze ogen is iets betreuren iets anders dan excuses maken of spijt betuigen. Betreuren doe je iets wat is gebeurd, je vindt het jammer dat het zo is gelopen. Maar je spijt betuigen is spijt hebben van en niet spijt hebben over. Pas als je spijt hebt van, dan zeg je dat je iets fout hebt gedaan en dat je er verantwoordelijk voor bent.

Voorzitter,

Waarom staat niet expliciet in het memo van 8 april jl. gesteld dat de wethouder de commissie onjuiste informatie heeft verstrekt, zoals de wethouder wel aangeeft in de Barneveldse Krant?

Vindt de wethouder dat excuses over deze onjuiste informatieverstrekking als eerste in de raadsvergadering thuis horen?

Is de wethouder bereid zijn excuses aan de raad aan te bieden over deze onjuiste informatieverstrekking?

De voorbereiding van raadsvoorstellen, specifieker die vallen binnen de portefeuille van de wethouder Van den Hengel

Voorzitter, wat ons erg gestoord heeft aan het raadsvoorstel van 28 februari jl. is dat wordt voorgesteld 5,9 miljoen euro als blanco cheque naar de toekomst door te schuiven.

Zelfs een beginnend raadslid weet al, dat wil hij/zij een voorstel doen er altijd duidelijk moet zijn waar dekking moet worden gevonden.

Hoe verklaart u dat u in het raadsvoorstel van 28 februari een voorstel doet om 5,9  miljoen euro extra uit te trekken, zonder dat u daarvoor concreet dekking aan geeft?

In de memo van 8 april jl. stelt u:

“Ter voorbereiding op een aangepast raadsvoorstel zijn door onze adviseurs verdere verkeersafwikkelingsberekeningen gemaakt. Verwerking van deze aanvullende informatie maakt dat het inbrengen van een voorstel in de raadsvergadering van april 2011 niet opportuun is. Om die reden stellen wij u voor het voorstel van de agenda af te halen. “

Waarom worden nu pas verkeersafwikkelingsberekeningen gemaakt, dat had toch al onderdeel moeten zijn van het raadsvoorstel van 28 februari, en is er nog meer aanvullende informatie nodig?

Er komt nu een aangepast, opnieuw uitgesteld voorstel. Wij hebben toch sterk de indruk dat een gebrekkige voorbereiding heeft geleid tot dit uitstel.

Als argumenten voor die stellingname noemde ik al de ongedekte cheque van 5,9 miljoen euro en het nu pas uitvoeren van verkeersafwikkelingsbewegingen, maar ook het feit dat u tijdens de commissievergadering al een alternatief van de VVD als mogelijk voordeliger alternatief wilde onderzoeken en dat u direct bereid was twee beslispunten uit het voorstel te halen. Alles, voor de snelheid, alles in het belang van Harselaar-Zuid. Als we maar door mogen met plannen maken…

Is onze indruk juist dat zowel het raadsvoorstel van 28 februari jl. als uw inhoudelijke voorbereiding om de leden van de commissievergadering van 15 maart jl. van informatie te voorzien, onvoldoende was?

Ook stelt u in het memo:

“Wij willen u tijdig zodanige informatie verschaffen dat behandeling in de commissie- en raadsvergadering van mei 2011 mogelijk is. Ter voorbereiding hierop stellen wij voor om eind april een themabijeenkomst te organiseren waarbij alle relevante aspecten, waaronder verkeersafwikkeling, in een bredere samenhang worden toegelicht en kunnen worden besproken.”

Voorzitter,

In onze ogen hoort de procedure van besluitvorming door de raad als volgt te gaan:

Het college bereidt een raadsvoorstel op een gedegen wijze voor, zodanig dat het raadslid achter zijn bureau alle relevante informatie heeft om een goed besluit te kunnen nemen. Tijdens de commissievergadering krijgt het raadslid nog de mogelijkheid om vragen te stellen. Op dat moment is het raadsvoorstel aan de raad en niet meer aan het college. Vervolgens wordt het raadsvoorstel in principe doorgeleid naar de raad voor besluitvorming.

De commissievergadering wordt door het college in onze ogen te vaak gebruikt als een commissie van advies. Even sonderen hoe het valt en als het niet goed valt, passen we het voorstel aan of trekken we het terug.

Ook nu weer stelt u voor een themabijeenkomst te organiseren voorafgaand aan het raadsvoorstel. Voorzitter, we gaan weer terug naar het monistische systeem, waarbij de commissie als commissie van advies optreedt en weer gaat mee besturen. Wij vinden dat zeer onwenselijk.

Waarom zorgt het college i.c. de wethouder er niet voor dat er voorafgaand aan de themabijeenkomst een gedegen onderbouwd voorstel ligt, waar de raad/de commissie zich over kan buigen?

Wat ons is opgevallen, is dat nogal wat voorstellen van wethouder Van den Hengel afgevoerd worden van de agenda of na cie-vergaderingen gewijzigd moeten worden.

Ook waren er voorstellen die de raad frustreerden omdat er geen mogelijkheid meer was tot uitstel of omdat er geen weg meer terug was en de raad zich voor het blok gesteld voelde.

In de afgelopen twee jaar van maart 2009 tot en met maart 2011 zijn de volgende raadsvoorstellen van wethouder Van den Hengel niet rijp voor besluitvorming geacht, ondervonden als “voor het blok gezet” of konden pas na grondige aanpassing tot besluitvorming in de raad leiden.

Niet rijp voor besluitvorming en uitgesteld werden:

  • het haalbaarheidsonderzoek Museum Nairac (mei 2009)
  • de startnotitie Horecavisie (juni 2009)
  • de evenementenhal (oktober 2009)
  • de handelsvisie Voorthuizen (september en oktober 2010)
  • de Harselaartunnel (maart 2011)

De raad voelde zich bij de volgende raadsvoorstellen voor het blok gezet:

  • de gemeentelijke bijdrage Food4You (juni 2010)
  • de (ver)nieuwbouw Museum Nairac (september 2010)
  • de bijdrage en subsidie Schaffelaartheater (januari 2011)

En het meest in het oog springende aangepaste raadsvoorstel is wel het raadsvoorstel bij het Jaarverslag/de Jaarrekening 2009 (juni 2010). Dit omdat er 3,3 miljoen euro aan het resultaat was onttrokken.

Wij menen een trend te ontdekken en horen graag wat de wethouder hiervan vindt.

Hoe verklaart de wethouder dat het juist zijn onderwerpen zijn die door de raad “niet rijp voor besluitvorming” worden geacht?

Voorzitter, de beantwoording van onze vragen is voor ons van groot belang om onze verdere stappen te bepalen.


In diezelfde periode werden slechts twee andere raadsvoorstellen van de agenda gehaald, te weten:

  • Barneveld millenniumgemeente (mei 2009) – initiatief van de raad
  • Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (september 2009)