Opvang van kinderen van vluchtelingen op scholen in Barneveld

Opvang van kinderen van vluchtelingen op scholen in Barneveld

Geachte heer Van der Lubbe,

In uw brief van 17 januari 2011 stelt u ons op grond van artikel 29 van de Organisatie-verordening van de gemeenteraad schriftelijke vragen over de opvang van kinderen van vluchtelingen op scholen in Barneveld. U schetst de casus van de drie Somalische kinderen. Hierover is inderdaad op 28 de-cember 2010 een overleg geweest met uw fractiegenoot de heer J. Beijer en mevrouw C. Ravensberg van De Plantijn. Ook is hierover een brief verstuurd aan Vluchtelingen-werk Midden Nederland. Ter informatie hebben wij deze brief bijgevoegd. Graag beantwoorden wij uw vragen als volgt.

 Vraag 1. Zijn er nog meer kinderen die tussen wal en het schip dreigen te raken?
Antwoord: Er zijn op dit moment geen signalen.

 Vraag 2. Hoe bent u tot op heden met kinderen met zo’n grote taalachterstand om ge-gaan?
Antwoord: Deze kinderen werden altijd opgevangen in het reguliere onderwijs al dan niet met ondersteuning vanuit het Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School. Daarnaast zijn in overleg met alle basisscholen vanaf het schooljaar 2008-2009 twee schakelklassen opgezet. Helaas hebben de schoolbesturen (PCO Gelderse Vallei en Eem Vallei Educatief) van de kansklas Barneveld in het voorjaar van 2010 besloten deze kansklas te beëindigen wegens een te gering aanbod aan leerlingen. Zoals in bijgaande brief aan Vluchtelingenwerk staat vermeld, is een werkgroep vanuit het onderwijsveld op dit moment bezig met het opstellen van een plan voor de opvang van leerlingen met een (grote) achterstand in de Nederlandse taal. Op basis van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie is het vanaf 1-1-2011 mogelijk om als gemeente een ruimer taalbeleid te voeren. Hiervoor verwijzen wij naar het uitvoe-ringsplan Wet OKE 2011-2014.

 Vraag 3. Welke actieve rol heeft de gemeente bij het plaatsen van deze kinderen?
Antwoord: De gemeente heeft hierin geen actieve rol. De aanmelding van deze kinde-ren gaat via Vluchtelingenwerk. Zoals ook met de heer Beijer is besproken, zal in sa-menwerking met Vluchtelingenwerk, scholen en andere betrokken afdelingen van de gemeentelijke organisatie een processchema wordt opgezet om in de toekomst ade-quaat te kunnen handelen. Een actieve rol van de gemeente bij plaatsing van leerlin-gen wordt hierdoor overbodig.

Vraag 4. Vluchtelingenwerk heeft aangedrongen op het op korte termijn ontwikkelen van beleid. Wordt hier aan gewerkt?
Antwoord: Ja, zie bijgevoegde brief aan Vluchtelingenwerk.

Vraag 5. Is er voldoende budget om kinderen zo snel mogelijk in de Nederlandse taal bij te spijkeren, zodat zij met zo min mogelijk achterstand aan het onderwijs kunnen deelnemen?
Antwoord: In het uitvoeringsplan Wet OKE 2011-2014 is een budget opgenomen van € 40.000,– voor het inrichten van een schakelklas.

 Daarnaast constateren wij – op basis van informatie van de website Lowan (ondersteuning onderwijs nieuwkomers) www.lowan.nl/po/financiering – dat er ook vanuit het Rijk financieringsstromen voor de leerlingen zijn naar het primair onderwijs.

Vraag 6. Pro’98 vindt het verstandig dat één instantie de verantwoordelijkheid heeft voor de plaatsing van kinderen met een grote taalachterstand. In onze ogen hoort dit thuis bij de gemeentelijke overheid. Deelt u deze mening? 
Antwoord: Zie het antwoord op vraag 3.

Met vriendelijke groet,

burgemeester en wethouders,

D. Bakhuizen

J.A.M.L. Houben