Harselaar-Zuid

Harselaar-Zuid

De fractie van Pro’98 heeft zich wel even achter de oren moeten krabben toen we de uitkomst van de vaststellingsovereenkomst Harselaar-Zuid onder ogen kregen. Het heeft ons niet alleen tot nadenken gestemd, maar ook teleurgesteld.

Want wat lag er oorspronkelijk als claim namens de Gemeente om de samenwerking met Vink in Harselaar-Zuid te kunnen beëindigen?

  • Vink moet 761.000 euro bijdragen aan voorbereidingskosten;
  • Vink moet 583.000 euro aan waardeverlies op de aangekochte gronden voor zijn rekening nemen;
  • en Vink moet 2.730.000 euro aan een bovenwijkse ontsluiting bijdragen

Dit is voorgelegd aan de Nederlands Arbitrage Instituut. En feitelijk maakt dit instituut gehakt van de claim van de gemeente. Van de oorspronkelijk geclaimde ruim 4 miljoen euro blijft inclusief rente zo ongeveer 7,5 ton over.

In het voorliggende voorstel betaalt Vink namelijk 5 ton + rente voor voorbereidingskosten en doet het bedrijf een bijdrage in de daadwerkelijke kosten van de aanleg van de Mercuriusweg van geschat ongeveer 2 ton.

De arbitragecommissie vond alle door de gemeente geclaimde bedragen te hoog of zelfs onterecht.

Zo stelt de commissie:

  • dat een gedeelte van de voorbereidingkosten mogelijkerwijs later nog via het exploitatieplan valt te verhalen.
  • Er voor het waardeverlies op de grondaankopen geen grond bestond, omdat grondprijzen nu eenmaal in waarde fluctueren.
  • En er, behalve de Mercuriusweg, geen daadwerkelijke kosten voor ontsluiting zijn gemaakt.

Zowel voor het eerste punt (de voorbereidingskosten) als het laatste (de kosten voor ontsluiting) kunnen we in zekere mate begrip hebben voor de standpunten van de arbitragecommissie.

Maar als het de commissie daadwerkelijk om aantoonbaar gemaakte kosten gaat, dan vinden we het – op zijn zachtst gezegd – vreemd, dat de gemeente volledig op moet draaien voor het waardeverlies van de aangekochte gronden.

De gronden zijn tenslotte door het samenwerkingsverband gemeente/Vink aangekocht, de rekening is alleen op dat moment door de gemeente betaald.

Wij vragen ons af of u in het gesprek met de arbitragecommissie wel voldoende duidelijk heeft gemaakt dat de gronden in de periode van “gemeenschap van goederen” zijn aangekocht. Want daar vergelijk ik het maar mee.

Neem bijvoorbeeld een stel dat samen een huis koopt. Na een paar jaar besluit het stel uit elkaar te gaan, maar het huis is minder waard geworden, dan draaien beiden toch ook voor het verlies van de waardedaling op?

Is niet hét argument voor het starten van een Publiek Private Samenwerking dat je in gezamenlijkheid de risico’s deelt? Niet alleen de lusten deelt, maar ook de lasten?

Want als het daadwerkelijk zo is dat in een conflict als deze de arbitragecommissie altijd de rekening bij de publieke partij neerlegt, kunnen we dan vanavond niet beter concluderen dat we nooit meer aan een PPS-constructie beginnen?

Of op zijn minst dat we altijd voorgeschoten kosten direct berekenen aan samenwerkingspartijen op basis van een vooraf afgesproken verdeelprincipe. 

We willen graag een reactie van het college of er tijdens het gesprek met de arbitragecommissie wel voldoende duidelijk het punt van “gemeenschap van goederen en samen de lusten en de lasten” naar voren is gebracht. En hoe reageerde de commissie op die argumenten?

Wat ons ook heeft verbaasd, is dat de gemeente de kosten voor arbitrage voor zijn rekening heeft genomen. Het gaat toch om een – bij navraag – aanzienlijk bedrag van zo’n 15.000 euro. Waarom is dit bedrag niet in het voorstel opgenomen? Of wordt dit bedrag verrekend binnen het project Harselaar-Zuid?

Voorzitter, afsluitend in eerste termijn, 

Mocht het college van plan zijn de kwestie De Burgt ook voor arbitrage voor te leggen bij de commissie, dan stellen we u voor Vink die keer voor de kosten te laten betalen.

Monique Rosbergen