Bijdrage kwestie Van den Brink

Bijdrage kwestie Van den Brink

In aanloop naar deze vergadering heb ik een gesprek gehad met de heer Van den Brink, bij mij thuis aan de keukentafel. Dat was een goed gesprek waaruitwederzijds respect bleek.

Uit ons gesprek werd mij in ieder geval duidelijk dat de heer Van den Brink vindt dat hij niets verkeerds gezegden gedaan heeft toen hij de heer Van Essen aansprak op zijn ingediende zienswijze.

Maar feit is dat de heer van de Brink de heer Van Essen heeft gevraagd de zienswijze aan te passen, dan wel in tetrekken, en dat hij in die context verwezen heeft 1) naarde kerkenraad en 2) geld heeft aangeboden.

Die beide zaken ontkent de heer Van den Brink niet, hijhad het volgens hem alleen niet zo bedoeld en zou willendat hij het terug kon draaien. Hij stelt gehandeld tehebben als mens die een ander mens aanspreekt op eenvalse getuigenis. En dat hij die andere mens wil helpenals geld het probleem zou zijn.

Maar voorzitter, terugdraaien, dat gaat niet.

Daar komt voor ons ook nog iets bij. Als mens had de heer Van den Brink geen toegang gehad tot de op extranet – en dus op dat moment nog niet openbare – gepubliceerde zienswijze van de heer Van Essen.

Hij had die toegang alleen, omdat hij raadslid is.

Vanavond bespreken we het integriteitsonderzoek datdoor Prof. Dr. Van den Heuvel verricht is.

De conclusies van dit onderzoek zijn helder:

  1. De heer Van den Brink heeft in strijdgehandeld met de Algemene Wet Bestuursrechtartikel 2.4. en
  2. De heer Van den Brink heeft in strijdgehandeld met de gedragscode van de gemeenteraad.

Over het strijdig zijn met de gedragscode stelt Dr. Van den Heuvel het volgende in zijn rapport:

“Door zijn rechtstreekse bemoeienis met de zienswijze is vermenging opgetreden van het particuliere belang van raadslid Van den Brink met het door de gemeenteraad tebehartigen algemeen belang.”

Voorzitter, als deze conclusies worden getrokken over een raadslid dan kan het raadslid volgens ons niet andersdan aftreden. Zelfs als het raadslid zelf vindt dat die conclusies onjuist zijn.

Onze inwoners moeten er namelijk op kunnenvertrouwen dat raadsleden integer handelen. Iedereschijn van belangenverstrengeling moet vermedenworden.

De heer Van den Brink heeft echter besloten niet aftreden en daarmee wordt het vertrouwen in de geheleraad geschaad.

Mijn fractie betreurt deze gang van zaken zeer en daaromhebben we een motie van treurnis mede ondertekend.

Omdat de heer Van den Brink gebruik heeft gemaakt van op dat moment nog niet-openbare informatie is voor onsde reden om ook mede-ondertekenaar te zijn van eentweede motie. In deze motie wordt de raadsgriffiergevraagd een notitie op te stellen die de aanzet kanvormen voor een raadsvoorstel tot wijziging van de organisatieverordening en de verordening op de vertrouwenscommissie.

Monique Rosbergen