Jaarverslaggeving 2014

Jaarverslaggeving 2014

Wij mogen van geluk spreken dat verschillende belangrijke indicatoren, anders dan elders in ons land, in de gemeente Barneveld nog steeds op groen staan. De economische ‘griepgolf’ heeft ook onze gemeente en haar inwoners geraakt, maar gelukkig lijken de problemen nog steeds niet chronisch van aard. Wij hebben een groeiende bevolking, er wordt flink gebouwd en qua positionering liften we met wat geluk mee in de slipstream van de Randstad en ontwikkelingen in onze eigen regio.

Uit dit jaarverslag maken wij op dat Barneveld, mede door een groot volume strategische gronden, nog immer de ondankbare naam draagt de grootste schuldpositie per inwoner te hebben. En dankzij de decentralisaties ook aan de zachte kant van de balans grotere financiële risico’s zal gaan lopen, zo leert de risico top 10 ons.

Met het weinige vet op onze botten zijn wij als gemeente gevoelig voor veranderlijke omstandigheden. Het voorstel van het College de algemene reserve niet af te willen romen omdat de schuldquote dat niet toelaat, heeft als consequentie dat wij de reserves voor het sociaal domein en infrastructuur dit jaar niet extra kunnen voeden. Wij begrijpen dat het College kiest voor deze weg omdat, anders dan de hoogte van het weerstandsvermogen misschien doet vermoeden, onze schuldquote en solvabiliteit een ander beeld geven. Wat de fractie van Pro’98 betreft, moet van uitstel echter geen afstel komen. Wij willen het vigerende beleid niet zomaar loslaten en roepen het College dank ook op:

  1. de systematiek van afromen niet af te schaffen, maar de raad een beleidsvoorstel voor te leggen, waarbij niet alleen de hoogte van het weerstandsvermogen als indicator bepalend is voor het afromen van de algemene reserve, maar ook medebepalende indicatoren te ontwikkelen voor de solvabiliteit en de hoogte van de schuldquote.
  2. tot een systematiek te komen waarbij toekomstige risico’s beter in het weerstandsvermogen worden verwerkt, zodat het weerstandsvermogen minder opeenvolgende schommelingen kent en daarmee, voor een raadslid van grotere waarde is, dan slechts de uitkomst van een ingewikkelde rekensom.

Deze twee punten zijn tevens in lijn met wat de accountant in zijn rapport stelt en ook vanavond nog heeft opgemerkt. Graag een toezegging van het College.

In de risico Top 10 van onze gemeente staat op dit moment de uitvoering van onze nieuwe AWBZ taken op de eerste positie. Maar tijdens de commissievergadering merkte wethouder Van Dalen al op dat de huidige ontwikkelingen m.b.t. de Jeugdzorg, nu nog op plek 5, hem ook zeker zorgen baren.

Dit leert ons dat een kansberekening, zelfs als die wordt uitvergroot over een periode van 10.000 jaar, nu eenmaal niet gelijk staat aan een veranderende werkelijkheid. Daarbij maken de met vreemd vermogen gefinancierde grondposities onze financiële positie als gemeente gevoelig voor stijgende rentepercentages, nu nog op plek 9.

De laatste jaren waren voor veel van onze inwoners onzeker en voor hen die de economische griep trof, zelfs zwaar. Dit zien en voelen wij als gemeente door toenemende uitgave aan bijvoorbeeld werkloosheidsuitkeringen. Maar ook de decentralisaties zorgden bij vele burgers voor slapeloze nachten.

Kortom, als gemeente zijn onze verantwoordelijkheden aanzienlijk gegroeid en wordt de balans zwaarder belast.

Het is als gemeente de kunst te blijven balanceren. Een solide basis is nodig om de nieuwe gemeentelijke taken goed op te kunnen blijven vangen. Met het geluk van de groene indicatoren nog steeds aan onze zijde, moeten we juist nu in blijven zetten op het verkleinen van de schuldenpositie en zeker in de huidige periode zeer kritisch kijken naar het verwerven van nieuwe gronden.

Arjen Korevaar