Fijnstofvervuiling Barneveld

fijnstof

Fijnstofvervuiling Barneveld

De fractie van Pro’98 heeft, bij toeval, kennisgenomen van een presentatie (1) met betrekking tot de luchtkwaliteit in Regio de Vallei. Deze presentatie is begin februari 2016 door ambtenaren van de omgevingsdienst gegeven in VNG verband, onder de vlag van de Regio FoodValley.

De informatie die in deze presentatie wordt verstrekt, vormt voor de fractie van Pro’98 reden tot zorg. Ten eerste; omdat deze informatie uiterst relevant is om actief met de Barneveldse gemeenteraad te delen. Ten tweede; omdat de consequenties van de waarden die in deze presentatie worden gegeven, directe gevolgen hebben voor de Barneveldse volksgezondheid. In de presentatie wordt zelfs gesproken over een gemiddelde reductie van 400 levensdagen als gevolg van fijnstofvervuiling in de provincie Gelderland. De waarden voor de gemeente Barneveld liggen significant hoger.

fijnstof

Onze gemeente kent een grote pluimveesector. Zoals reeds jaren bekend (2) is, draagt de pluimveesector in grote mate bij aan de fijnstofproblematiek (3). Dit is dan ook met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de reden dat onze gemeente een donkerrood gebied (4) vormt op diverse illustraties en lijstjes in de presentatie, voor wat betreft de fijnstofwaarden PM10 en PM2,5.

Het staat de gemeentelijke overheid volgens staatssecretaris Dijksma vrij om strengere normen te hanteren dan in de wet gesteld worden, om te hoge waarden te bestrijden. Daarmee wordt de bevoegdheid van de gemeentelijke overheid, met betrekking tot handelingen en maatregelen die leiden tot fijnstofreductie, onderschreven. Dit kan effect resulteren in onder andere vergunningverlening, bestemmingsplannen en MER’s.

Door de groei van de gemeente Barneveld en de ontwikkeling van nieuwe woonwijken aan de randen van onze bebouwde komgrenzen, zou gesteld kunnen worden dat de concentratie van fijnstof in deze gebieden sterker wordt beïnvloed door intensieve veehouderij, dan de gemiddelde waarden die gehanteerd worden. Bij het vaststellen van een bestemmingsplan dient de gemeente zorg te dragen voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor zover wij kunnen beoordelen is een onderzoek naar de fijnstofproblematiek bij het vaststellen van een bestemmingsplan (of nemen van een andere planologische beslissing) dan ook noodzakelijk.

Wij hebben dan ook de volgende vragen aan het College van B&W;

  • Hebt u zicht op de omvang van de fijnstofproblematiek, specifiek voor de gemeente Barneveld?

  • Maakt u een jaarlijkse rapportage met betrekking tot de luchtkwaliteit in de gemeente Barneveld?

  • Vormt de luchtkwaliteit een structureel onderdeel van bestemmingsplantrajecten?

  • Was Barneveld één van de gemeenten waar in 2008 is ingezoomd op de fijnstofontwikkeling bij pluimveebedrijven, als gevolg van onderzoek door onderzoeksinstituut ECN?

  • Hebt u als gemeente vervolgonderzoek uitgevoerd om fijnstofontwikkeling per bedrijf te specificeren?

  • Bij hoeveel pluimveebedrijven werden de fijnstofnormen in de gemeente Barneveld overschreden en bij hoeveel bedrijven is dat op dit moment nog steeds het geval?

  • Welke acties heeft de gemeente Barneveld ondernomen om toekomstige overschrijdingen te voorkomen en de luchtkwaliteit in onze gemeente te verbeteren?

  • Worden verzoeken om nieuwvestiging en uitbreiding van intensieve veehouderijen getoetst aan de normen voor luchtkwaliteit?

  • Welke maatregelen hebt u via vergunningsverlening afgedwongen om uitstoot van fijnstof in de pluimveeindustrie te reduceren (bijv. ioniserende lampen, luchtwassers etc.) en ziet u mogelijkheden om dergelijke maatregelen in bestaande bedrijven toe te passen?

Met vriendelijke groet,

Arjen Korevaar
Pro’98