Voetbalvelden en buitenfitness

Voetbalvelden en buitenfitness

Voorzitter,

Er ligt hier een goede basis voor een nieuw masterplan buitensport accommodaties.

Ik wil het college drie zaken meegeven:

1. Nieuwe voetbalvelden
Er wordt weliswaar gesproken over maatwerk, maar toch wordt anders dan voorheen een lichte voorkeur voor natuurgras uitgesproken wanneer het puur om de uitbreiding van wedstrijd capaciteit gaat. Ik wil toch een lans breken voor kunstgras. Het geeft zekerheid over de planning van een vereniging, de mogelijkheid om het veld het hele jaar te gebruiken en is ook de oplossing voor eventuele toekomstige capaciteitsproblemen. Mijn advies zou zijn deze keuze echt in samenspraak met de verenigingen te maken.

2 De kunstgraskorrels.
Tijdens de commissievergadering laaide de kunstgraskorreldiscussie weer op. Verenigingen hebben op dit moment behoefte aan rust en duidelijkheid en geen bangmakerij wat dit onderwerp betreft.

Er liggen rapporten van gezaghebbende partijen zoals het RIVM en het ECHA waarin wordt gesproken van een verwaarloosbaar risico. Tegelijkertijd is de Europese commissie nu aan het kijken of er niet toch strengere normen moeten gelden. Laten we dat rustig afwachten als gemeente en naar aanleiding van die normen handelen.

En mocht de conclusie zijn dat het uiteindelijk toch nodig is de korrels te vervangen vanwege de volksgezondheid. Dan moeten we de velden natuurlijk direct vervangen. Maar dan voor ieder kunstgrasveld, ook de bestaande. meten met 1 maat is ons advies aan het college.

3 Fitness en bewegen in de openbare ruimte
Ik benoemde het in de commissie al even. Individuele sporten (dus niet in verenigingsverband) groeien hard. Fitness, Hardlopen en wandelen zijn de drie meest populaire sporten in Nederland. In heel Nederland zie je daardoor in de openbare ruimte fitness en beweeg mogelijkheden ontstaan. Vaak in combinatie met een hardlooppad. Maar ook zie je in meerdere gemeentes beweegroute voor onze ouderen bewoners ontstaan. Hierboven een voorbeeld van zo’n parcours in Nijmegen waar slim gebruik wordt gemaakt van bestaande attributen zoals lantaarnpalen en bankjes.

In het speelbeleidsplan wordt dit wel benoemd, maar dan heel globaal. In het Sportbeleidsplan wordt deze trend en behoefte erkent, maar hierin ligt de focus vooral op sportstimulering en niet op investeren in dit soort faciliteiten.

In dit masterplan wordt wel gefocust op faciliteiten, maar dan vooral in verenigingsverband.

Kortom deze ontwikkeling valt nu wat tussen wal en schip wat Pro’98 betreft. Wij willen graag dat de college hier actief mee aan de slag gaat en bijvoorbeeld betrekt bij het groene rondje waar de Raad om heeft gevraagd. Graag een toezegging.

Frank van der Lubbe