Tweedeling woningmarkt

Tweedeling woningmarkt

Het gaat niet goed op de Nederlands woningmarkt. De berichten die we hierover bijna dagelijks lezen liegen er niet om. Klaas Knot bijvoorbeeld, hoogste baas van De Nederlands Bank, sprak vorige week van (citaat) “volstrekte tweedeling op de Nederlandse huizenmarkt tussen mensen die een huis hebben en degenen die er één ambiëren”.
Ook in Barneveld kennen we deze problemen. Niet dat hier weinig gebouwd zou worden. Dat gebeurt wel degelijk. Zelfs in de crisis stak onze gemeente gunstig af tegen veel andere gemeenten in ons land. Maar het probleem hier is eerst en vooral de schaarste aan sociale huur- en koopwoningen. Een schaarste die alleen maar toeneemt. Ook al omdat de doelgroep die op deze woningen is aangewezen een stijging laat zien.

De onderliggende stukken bij dit raadsvoorstel – bijvoorbeeld de prestatieovereenkomst Wonen, het woningmarktonderzoek en de tussentijdse evaluatie van de woonvisie – bevestigen dit. En dat niet alleen. Ik lees daar ook dat de vergrijzing toeneemt, èn dat het aantal jongere en oudere alleenstaanden groter wordt. Velen maken zich daar grote zorgen over. Verschillende partijen in deze raad gaven daar in de laatste vergadering van de commissie grondgebied overduidelijk blijk van. Dat bleek niet geheel aan dovemans oren gezegd. Het college heeft immers als reactie daarop het Plan van Aanpak voor de nieuw op te stellen Woonvisie op enkele onderdelen aangepast.

Terecht staat daar echter bij dat het een aanpassing op kleine onderdelen is. Dat gaat mijn fractie niet ver genoeg. Wij willen meer ambitie, daadkracht en sturing als het met name gaat om woonruimte voor mensen met een kleinere beurs. Daarvoor is het in onze ogen nodig de streefwaarden voor de percentages minimaal te bouwen goedkope woningen te verhogen. Daarnaast dringen wij, in combinatie daarmee, aan op meer creatief, compact, flexibel en, daar waar mogelijk, hoger bouwen. Ook op voldoende levensloopbestendige 0-tredenwoningen voor ouderen, want dat stimuleert de doorstroming.

Het staat allemaal in het voorstel waar de fracties van CU, LB, CDA en Pro’98 het initiatief voor hebben genomen en die namens deze vier fracties is  ingediend. Dat doen we heel bewust nu, bij de vaststelling van deze startnotitie. Daarmee bieden we duidelijkheid als het gaat om de vraag aan welke kaders de nieuwe Woonvisie straks in ieder geval moet voldoen.

Hilhardt Brul