Biodiversiteit; Vluchten kan niet meer

Biodiversiteit; Vluchten kan niet meer

Nee, ik bedoel niet dat liedje van Annie Schmidt en Harry Bannink. Ik heb het echt over biodiversiteit. Laat me dat uitleggen. De commissievergadering over dit onderwerp begon met een inspraak van dhr van de Langemheen, waar de emotie diep in doorklonk, ook bij mij. Misschien wel vooral omdat een soortgelijke emotie ook bij mij leeft, die een andere kant van de zaak belicht. Want sinds ik als jonge prepuber met mijn vrienden van de CJN de polders en het buitengebied introk is er veel, ontzettend veel verloren gegaan. Veel dat misschien nooit meer terugkomt.

Want in die tijd zijn typische boerenlandvogels als de Ortolaan als broedvogel uit Nederland verdwenen, en Veldleeuwerik en Ringmus gedecimeerd. Veldleeuwerik was ooit een vogel die boven iedere akker of wei stond te jubelen. Vandaag ben ik blij als ik 3 of 4 broedpaartjes op de Stroese Hei zie.  En dat zijn niet de enige rampzalige achteruitgangen. Ook Boerenzwaluw staat het water aan de lippen en die is afhankelijk van insecten, zoals trouwens ook veel andere soorten. Oud collega Aat Barendregt kan u horror stories vertellen over de teruggang van zweefvliegen.

Veel van die achteruitgang heeft te maken met het intensieve gebruik van de grond, en vooral de op efficiency gerichte inrichting. Want we hebben het hier niet over externe factoren die hier een rol spelen, wíj́ doen dit. Misschien herinneren sommigen hier in deze raad zich nog hoe Aat zich verzette tegen het wegnemen van al die ‘inefficiënte’ groene snippers in het buitengebied. Die groene snippers droegen bij aan essentiële biotopen voor al die boerenlanddieren.

Ik wil ze terug. Ik wil de Ortolaan terug als broedvogel, ik wil dat onze kinderen weer Patrijzen zien scharrelen, weer het verschil leren tussen Ringmussen en Huismussen. Dát is de achtergrond van die motie over het terugbrengen van groenstructuren in het buitengebied bij de Kadernota. Dank voor het aanvaarden ervan. En dát is waarom we indertijd de motie groencompensatie indienden. Die motie geldt niet alleen voor de kernen, maar voor de hele gemeente, zeker ook het buitengebied. Want al die groenstructuren bieden veiligheid en rust aan vogels, zoogdieren, insecten en ook planten. Het zijn hún paden, snelwegen en vluchtwegen. Hoe goedbedoeld en lovenswaardig ook, alleen een bloemenrand brengt de diverse natuur niet terug, daar zijn echt meer maatregelen voor nodig.

En een paar van die maatregelen staan in dit plan. En daar zijn wij heel blij mee. Maar wat in decennia is weggehaald, brengen we niet in een jaar terug, daar kunnen we niet meer voor wegvluchten. De wethouder wees er al op dat er al veel gebeurt. Maar dat gebeurt dan wel verspreid en versnipperd over tal van verschillende programma’s. 

Het is tijd voor twee dingen:

  1. Niet naast alle postjes over de diverse programma’s eenmalig €100.000 uittrekken, maar dit structureel maken, totdat we voldoende ervaring hebben opgedaan om te kunnen bepalen hoeveel er écht nodig is. Voorzitter hiervoor dienen wij een amendement in.
  2. Helderheid en controleerbaarheid van alle uitgaven die we op dit gebied, liever nog op alle duurzaamheid doen, zodat we als raad hier écht vinger aan de pols kunnen houden. 

Het is er belangrijk genoeg voor. Hier doen we binnenkort voorstellen voor. Onze generatie heeft het veroorzaakt, maar heeft ook de kans om het tij te keren. Pro’98 wil die kans met beide handen grijpen.

Martin Lentink