Een aardgasvrije toekomst?

Een aardgasvrije toekomst?

“Er is nog veel dat onduidelijk is en moet worden uitgezocht”.  Dit citaat in de voorliggende Warmtevisie geeft aan waar we staan op onze weg naar een aardgasvrije toekomst.

Onderzoek  is een belangrijk onderdeel van de stappen die de komende jaren worden gezet. De Warmtevisie zet die stappen, voor wat betreft de kortere termijn, duidelijk op een rij. Voor de langere termijn zijn ze logischerwijs minder helder.

In zijn algemeenheid kan mijn fractie instemmen met de uitgangspunten, de aanpak van de verkenningsgebieden en het globale tijdpad zoals in deze Warmtevisie opgenomen.

Maar daarbij geldt wel een kanttekening. De eerste stap die bestaat uit isoleren en energie besparen willen wij nog meer accent geven. Daar mag qua aanpak nog best een tandje bij. Daar zijn immers heel goede redenen voor.

Ik citeer in dat verband de Warmtevisie zelf: “Door woningen te isoleren kan de benodigde  temperatuur van de warmte naar beneden worden bijgesteld. Hierdoor wordt minder aardgas verbruikt. Ook betekent dit dat we een warmtebron met een temperatuur lager dan 80 graden kunnen inzetten om de huizen te verwarmen. Isolatie is daarom een belangrijke eerste stap voor alle woningen in onze gemeente. Dat is niet alleen goed voor het milieu, het verlaagt ook de energierekening en verbetert het comfort in de woning” (einde citaat).

Terecht wordt hier de link gelegd met de financiële kant van de zaak. We kennen inmiddels allemaal het begrip energiearmoede. Lagere inkomens worden extra hard getroffen door de sterke stijging van de energiekosten. Ik verwijs graag naar de motie van CU, D66 en GL die de Tweede Kamer daarover onlangs met algemene stemmen aannam. Daarin werd gesteld dat de grootste winst voor klimaat, wooncomfort en portemonnee te behalen is bij woningen met de slechtste labels. Met verwijzing naar de combinatie van energiearmoede en slecht geïsoleerde woningen riep de Kamer op de komende jaren te focussen op het isoleren van woningen met het label G, F, E en D. “Daar”, aldus de motie, “waar de grootste energiearmoede is”.

In navolging daarvan dien ik namens mijn fractie hierover ook een motie in.  Daarmee onderstrepen wij niet alleen de voorstellen van het college in deze warmtevisie; wij zetten ook een stap extra. Wij stellen voor dat isoleren en energie besparen voor de korte termijn hèt centrale thema in de warmtetransitie wordt, met specifieke aandacht voor de combi slechte isolatie – energiearmoede. Extra gelden die het Rijk naar verwachting beschikbaar zal stellen kunnen hier voor worden ingezet. De concrete invulling en uitvoering laten wij graag aan het college over. Nauwe samenwerking met de Woningstichting ligt daarbij zeker voor de hand.

Via isolatie kom ik bij de warmtebronnen en de link die tussen beide bestaat. Eerst de warmtepomp. In onze ogen een bewezen en beschikbare techniek. Terecht dat daar in deze Warmtevisie vaak de keuze op valt. Zeker als de benodigde energie geleverd wordt door zonnepanelen.

Warmtenetten beschouwen wij kritischer. Ervaringen elders zijn daar debet aan. Het vergt grote investeringen, hoe zeker is de warmtebron en hoe sterk sta je als afnemer tegenover je leverancier? Wij hebben straks zeker interesse in de uitkomst van de onderzoeken. Mar ik zeg erbij dat wij vooral  kritisch naar de warmtebron voor zo’n warmtenet zullen kijken.

Over de betaalbaarheid van de energietransitie nog het volgende.  Dat onderwerp kreeg in de commissie veel aandacht. Terecht, want daarover bestaat niet alleen nog veel onduidelijkheid. Ook maakt het nogal uit waar en hoe je woont. In een kern of in het buitengebied? In een rijtjeshuis of een vrijstaande woning? Dat betekent dat de kosten van de transitie niet voor iedereen gelijk zullen zijn. Wij onderschrijven de woorden van de wethouder in de commissie dat die gelijkheid niet haalbaar is. Voor welke inwoners in dit verband vooral aandacht moet zijn gaf ik eerder aan.

Als laatste nog iets over de veelheid aan activiteiten die uit deze warmtevisie voortvloeien. Het lijkt soms dat we dat als gemeente veel op eigen kracht willen doen. Dat ligt vast genuanceerder. Maar toch de waarschuwing dat we niet het wiel opnieuw uit moeten vinden. Juist samenwerking , zeker in regionaal verband, lijkt ons zeer gewenst.

Pro’98 stemt in met deze Warmtevisie, inclusief de kanttekeningen die ik eerder heb gemaakt.

Hilhardt Brul