We spelen Jenga met onze natuur: “Het is wachten tot die hele toren in elkaar dondert”

We spelen Jenga met onze natuur: “Het is wachten tot die hele toren in elkaar dondert”

De natuur, daar ligt de passie van Martin Lentink, iets wat snel duidelijk wordt als je hem een keer spreekt. Het begon al jong bij de CJN, christelijke jeugdbond van natuurvrienden, waar hij door de andere leden werd geïntroduceerd aan de wonderen van de natuur rondom Harderwijk. Jaren later is hij nog even enthousiast, ‘de vogeltjes’ zijn na al die tijd nog steeds zijn hobby. Vanuit de gemeenteraad doet hij zijn best om de vogeltjes en al het andere natuurschoon in onze gemeente een beetje te beschermen, want goed gaat het niet met onze natuur, het tegendeel zelfs.

Alles in de natuur hangt samen, “Neem bijvoorbeeld de zwaluw, prachtige vogels en fantastische vliegers, het zijn allemaal insecteneters. Als je geen insecten meer hebt, de insectenpopulatie is met 70% achteruitgegaan afgelopen decennia, dan hebben die beesten geen eten dus gaan ze dood of ze krijgen minder kinderen. Het worden er steeds minder.” Zo zijn er nog talloze voorbeelden te noemen. Zo zijn die insecten niet alleen eten voor de vogels, maar ook bestuivers van ons eten. De afname is niet de schuld van de vogels, maar van ons en ons landbouwgif.

“Er is zo’n spel waarbij je een toren moet bouwen met steentjes, om daarna om de beurt een steentje eruit trekken. We zijn nu eigenlijk steentjes eruit aan het trekken en het is wachten tot die hele toren in elkaar dondert.” Het is niet alsof we net begonnen zijn. “Dat gaat heel hard, die massaextinctie waarover gesproken wordt, dat is eigenlijk al gaande.”

Stikstof is zoiets wat op grote schaal steentjes uit de toren haalt. Dat heeft hij ook aan de interim-burgemeester verteld tijdens een kennismakingsgesprek op de Stroese hei. Tijdens het gesprek was de hei prachtig paars. “Maar kom begin volgend jaar eens terug. Dan is het niet paars van de hei, maar bruin van het pijpenstrootje wat er doorheen groeit. Dat komt allemaal door stikstofdepositie.” Dat is een groot probleem voor de lokale dierenpopulatie die afhankelijk is van de hei.

Een grote uitstoter van stikstof is de landbouwsector, waarvan Lentink zich afvraagt waarom veel van die bedrijven niet gewoon op de Harselaar staan. Daar had hij ooit een gesprek over met een collega-raadslid: “Je stoot hartstikke veel schadelijke stoffen uit, waarom verplaatsen we die schuur niet in een aantal verdiepingen naar de Harselaar? Die kippen lopen toch alleen in de schuur.”

De landbouw en veeteelt in haar huidige vorm is schadelijk op meer manieren dan alleen de stikstofuitstoot. Intensief grondgebruik verarmt de grond en de monocultuur maakt de natuur kwetsbaar voor ziektes. “Als je naar buiten kijkt zie je alleen maar ‘grasfalt’. Het is allemaal Brits raaigras omdat het zo eiwitrijk is, je hoeft er minder in te stoppen om er meer uit te krijgen. Maar het is voor de biodiversiteit ontzettend schadelijk. Het kan niet dat we met zijn alle een gigantisch gebied bezet houden door een productiewijze die eigenlijk de rest van onze omgeving aan het verpesten is. Daar moeten we een balans in vinden. Maar daarmee wil ik niet zeggen dat er geen boeren meer mogen zijn, je ziet borden zonder boer geen eten en daar zit zeker een kern van waarheid in.”

Maar er is ook goed nieuws, zo is er onder leiding van Pro’98 wethouder André van de Burgwal een biodiversiteitsplan opgesteld. “Daar zitten allemaal dingen in die echt gaan helpen. Denk maar aan het dorp Barneveld waar vrijwilligers kleine perkjes aan het opzetten zijn. Als je daar planten en bloemen plant krijg je insecten. Dan krijg je ook gierzwaluwen die soms door het dorp komen gieren omdat er meer voedsel is.”

Zo wordt het dorp ook schaduwrijk op geheel natuurlijke wijze: “We hebben een heleboel boompjes staan, die kleine boompjes groeien en gaan straks schaduw geven. Door hun bladerdek gaan ze water verdampen en als er verdampt wordt, wordt er warmte onttrokken, dus wordt het koeler in het centrum.” Die koelte is helemaal niet erg omdat juist de dichtbevolkte gebieden getroffen zullen worden door hittegolven. Daarnaast kunnen mensen in het dorp nog wat leren van de natuur. “Dan word ik wel gids, graag zelfs!” Wat is er nou beter dan op een terrasje zitten onder de schaduw van een boom met een boomklevertje erin? Niets aldus Lentink.

Om te helpen aan biodiversiteit kunnen nieuwe huizen ook natuur inclusief gebouwd worden. Moeten we dan massaal nestkastjes op gaan hangen in de achtertuin? “Ja misschien, maar misschien ook wel sparingen in de muur waar vleermuizen of gierzwaluwen in kunnen. Of dakpannen waar huismussen in kunnen broeden. Achter mij heb ik onder mijn zonnepanelen een paar mussenkolonies zitten die dan onderling aan het vechten zijn, misschien is het ook wel een soort gemeenteraad.”

Uiteindelijk komt het erop neer dat we de balans moeten hervinden met de natuur. “We hebben als mensheid al honderden, misschien wel duizenden jaren gevochten tegen de natuur. Wat we moeten leren is dat we als we samenwerken met de natuur, dat het uiteindelijk beter voor ons is. Dat is de kern van dit hele verhaal.”