Pro’98; “De gemeente moet durven handelen”

Pro’98; “De gemeente moet durven handelen”

U mag best weten dat ik slecht geslapen heb deze week. De zandkwestie en het rapport Eenhoorn waren hier niet de oorzaak van. Die kwestie kunnen we vanavond hopelijk afronden. De oorzaak is de discussie die de afgelopen dagen is ontstaan tussen bestuurders over wie wanneer en waarover informeel op de hoogte is gesteld. Een welles, nietes discussie die in de ogen van Pro’98 alleen maar verliezers kent. Voor de politieke verantwoordelijkheid rondom de zandkwestie doet het er niet toe wie wanneer op de hoogte is gesteld.

Het is het college als geheel die verantwoordelijk is voor de verstrekte informatie en het handelen daarop. Het college erkend dit ook in het verzonden memo van gisteravond. Het college doet er goed aan dit vanavond ook hier nogmaals te benadrukken. Wanneer welk individueel lid van het college dan ook geïnformeerd was, het belangrijkste punt voor de raad is dat er daarna te lang geen communicatie met de raad plaatsvond. Dat brengt mij bij mijn bijdrage over de zandkwestie.

Het is 5 november 2018, televisieprogramma Zembla besluit om haar aankondiging voor een televisie-uitzending die ochtend te pluggen in het NOS-journaal. De uitzending van 21 november 2018 met als titel ‘Woonwijk als stortplaats’, laat vervolgens weinig aan onze fantasie over, wat hier is gebeurd, is heel erg… als het allemaal klopt.

De hoofdvraag in dit dossier is voor ons als raadsleden in de week voor 5 november helder, ‘wonen de bewoners van deze wijken daadwerkelijk op vervuilde grond en vormt dit een gevaar voor de volksgezondheid’?

Snel bleek dat er al onderzoek was gedaan door de GGD en dat de grond als veilig werd gezien, zelfs als de waardes zes keer zouden worden verhoogd. Onrechtmatig toegepast, maar veilig. Als Barneveld vonden we dat niet genoeg en hebben we daarom Royal Haskoning gevraagd om uitgebreid bodemonderzoek te doen. Zij startten daarmee op 12 december onder toezicht van Arcadis. En woonden de bewoners op een stortplaats? Op 14 februari 2019 kon de gemeente melden dat het antwoord daarop ‘nee’ was.

De hoofdvraag was hiermee beantwoord. Dan kunnen we het nu over de bijvragen gaan hebben. De vragen waarover in dit onderzoek geschreven is door de commissie Eenhoorn. Hoe heeft het college gehandeld in deze crisis en welke rol hebben wij daarbij als raad ingenomen?

In de week na 5 november gaven wij als raad onze eigen invulling aan de crisis. Individueel in reactie op talloze media-verzoeken. Collectief door een commissie- en raadsvergadering te beleggen. Het college communiceerde door brieven te versturen en een bewonersavond te organiseren. Acties die in tijden van ontstane onduidelijkheid nog niet direct tot antwoorden zouden leiden, maar de bewoners wel moest laten zien dat er gewerkt werd aan duidelijkheid. Niet alleen de klankbordgroepleden moesten wachten op informatie, dat moesten het college en de gemeenteraad ook.

Die toegezegde duidelijkheid in de vorm van onderzoeken kostten nu eenmaal tijd. Terwijl inwoners, maar zeker ook de gemeenteraad daar geen geduld meer voor hadden, want de Zembla uitzending op 21 november was geen visitekaartje voor de gemeente Barneveld. Er werd een beeld geschetst van een passieve raad, de ingelaste raadsvergadering en aangekondigde onderzoeken werd daarbij vergeten… Het was een ‘woonwijk als stortplaats’-waardige uitzending.

Voorzitter, het is verfrissend om de geschiedenis van de zandkwestie door de commissie Eenhoorn op te laten schrijven, maar de vraag is, wat willen wij vervolgens met deze kennis gaan doen als raad?

Het onderzoek stelt op diverse terreinen verbeteringen voor, legt de vinger op zere plekken, en doet dit op basis van interpretatie en met de kennis van nu. Op het moment dat we inmiddels op de belangrijkste vragen antwoord hebben.

Als we spreken over regie, dan blijft Pro’98 bij onze eerdere conclusie dat een gemeentelijke organisatie te allen tijde moet durven handelen. En zeker als daar door politiek en media het label crisis op wordt geplakt. Het is mooi als er dan protocollen voorhanden zijn, maar voldoen die aan een eventuele sanering van twee woonwijken met honderden woningen? Een scenario waar wij even bang voor waren. De vinger wordt stevig gelegd op de periode waarin het college de tijd nam om de risico’s in kaart te brengen. Terecht, het college had er goed aan gedaan de raad hier eerder over te informeren. Pro’98 is hier in eerdere raadsvergaderingen ook al kritisch op geweest. Het college heeft daar zijn excuses voor aangeboden.

De commissie Eenhoorn zegt ook iets over de rol en het functioneren van de raad. Met de kennis van nu, hadden de tenminste de fractievoorzitters al op 5 november het initiatief kunnen nemen om bij elkaar te komen. Ook de burgemeester had hier als voorzitter van de raad een actieve rol in kunnen spelen. Op dat moment was het crisis en die ervaring hadden we met elkaar moeten delen om in gezamenlijkheid te bekijken hoe in het vervolg van deze crisis te handelen. Die gezamenlijkheid was er nu niet. Lokaal Belang positioneerde zich buiten het raadscollectief van coalitie en oppositie en koos er duidelijk voor om politiek te maken in plaats van de crisis te bezweren. Dat is van grote invloed geweest op het functioneren van de Raad;

Tijdens een crisis moet de politiek rust en ruimte bieden om toegezegde onderzoeken uit te voeren. Eenhoorn zei hierover in de commissie van maandag, “In tijden van crisis is het lastig debatteren”.

Toch bleven de schriftelijke vragen verschijnen en volgden er drie interpellatieverzoeken. Het heeft tot eind december geduurd voordat er tussen de fractievoorzitters overleg plaatsvond. ‘Waar doen we als raad nu goed aan, wat is het beeld dat wij met elkaar op willen roepen?’ Middenin de crisis ontstond de aanzet tot het nu voorliggende onderzoek.

Dit overleg leerde mij dat er boven politieke belangen, zoiets bestaat als een algemeen belang. Dat belang was de hoofdvraag waar ik eerder over sprak; ‘wonen de bewoners van deze wijken daadwerkelijk op vervuilde grond en vormt dit een gevaar voor de volksgezondheid’.

De overige vragen waren tot dat antwoord van secundair belang. Dat de raad daarmee wel de media wisten te bereiken, diende enkel de zendtijd voor politieke partijen, maar heeft het aanzien van onze gemeente, waarvan wij als raad het hoogste orgaan zijn, geen goed gedaan. Wij hebben geen enkele inwoner geholpen door de bestaande onduidelijkheid op talloze manieren in te willen kleuren. Het enige waar onze inwoners op wachtten, was het resultaat van het onderzoek door Royal Haskoning: “op wat voor grond wonen wij?”.

Was de situatie daadwerkelijk anders geweest als het college eerder de inwoners had geïnformeerd? De vraag zal blijven of de bewonersbrief op woensdag 7 november tot andere politieke reacties had geleid als Zembla niet al op maandag was gekomen. Laten we dat een interessant gedachte experiment noemen, maar in de toekomst vermijden dat we nogmaals op een dergelijke wijze in ons hemd komen te staan. Als conclusie op het rapport over deze zandkwestie, hebben wij een motie van treurnis voorbereid die zo dadelijk door collega De Vries zal worden ingediend. De aanbevelingen van de Commissie Eenhoorn nemen wij volledig over. En roepen de raad op om hier actief en in gezamenlijkheid op toe te blijven zien.