Corona en de toekomst van winkelcentra

Corona en de toekomst van winkelcentra

Gemeente en plaatselijke ondernemers moeten met elkaar in gesprek blijven over een toekomst na corona. Deze oproep werd woensdagavond breed gedeeld in het digitale raadstafelgesprek van de gemeenteraad met plaatselijke ondernemers. Wat is er op korte en langere termijn mogelijk in de winkelcentra? Welke activiteiten mogen straks weer? En hoe pakt de pandemie uiteindelijk uit voor de winkelbezetting in onze gemeente?

Vijf ondernemers hebben de raadsleden bijgepraat over hun “corona” ervaringen. Cees van Ingen (Cees Mooi en Stoer Wonen, Barneveld), Lucas Uljee (Intratuin, Barneveld), Hans Soeterboek (Soeterboek Schoenen, Barneveld), Johan Brink (Lounge 3, Voorthuizen) en Peter van Veen (Inspire2Move, Terschuur).
Allen met een moeilijk jaar achter de rug, wat veel doorzettingsvermogen, veerkracht en creativiteit heeft gevraagd. Waar vooral behoefte aan is, is duidelijkheid. Die moet vooral van het Rijk komen. De gemeente heeft daar weinig tot geen invloed op. Maar de gemeente doet wat ze kan, zo benadrukte wethouder Didi Dorrestein (Economie). Een houding die door de ondernemers ook als zodanig wordt ervaren.

Sectoren als horeca, mode en sport hebben het het zwaarst te verduren. Voor alle ondernemers geldt dat zij aanhikken tegen problemen als het maximum aantal klanten dat zij binnen mogen laten, de verschillen in winkels (Trekpleister wel open, schoenenzaak niet) en ontoereikende financiële compensatie van het Rijk.
Ondernemers moesten ook hun best doen het personeel betrokken en gemotiveerd te houden. Zeker op momenten dat er weinig te doen is. Ook was er aan het begin van de pandemie bij personeel wel angst voor besmetting als klanten onvoldoende doordrongen waren van de noodzaak mondkapjes te dragen en voldoende afstand te houden.

Het raadstafelgesprek vond plaats omdat de gemeenteraad zich goed wil laten informeren over de impact van de corona pandemie op de lokale omgeving. Er volgt in ieder geval ook nog een gesprek met personen in de sfeer van de “zorg”.

Hilhardt Brul