Onjuiste grondtoepassing Barneveldse wijken

Onjuiste grondtoepassing Barneveldse wijken

Wat wij sinds een week weten als raad van de gemeente Barneveld, is dat de bedrijfsvoering van de firma Vink zo heeft gewerkt, dat daar, zo blijkt uit nader onderzoek van Team Ketentoezicht Gelderse Omgevingsdiensten, tenminste vraagtekens bij te plaatsen zijn.

Ik denk dat het goed is om hierbij te constateren dat dit diepgravende onderzoek in 2017 is uitgevoerd, omdat daar tijdens een eerdere operationele analyse, die plaatsvond in 2016, aanleiding toe werd gevonden.

Vink voldeed niet aan de regels, maar de toezichthouder, de provincie Gelderland heeft daarop niet, of tenminste voor ons waarneembaar als raadsleden, tot nu toe, onvoldoende zichtbaar gehandeld.

Pro’98 stelt zich hardop de vraag of dit systeem van toezicht dan wel werkt? Ons voorzichtige antwoord daarop is ‘ja’. Maar wij merken op dat de keten complex is. De gelaagdheid van toezichthouders, provincie, gemeente en ministeries werkt vertragend en remt adequate informatievoorziening af. Informatie die noodzakelijk is voor het functioneren van onze gemeenteraad, de provinciale staten, maar zeker voor de bewoners die op de betreffende locaties wonen, is deze informatie van groot belang.

Barneveld heeft zich in dit dossier lange tijd ondergeschikt, misschien wel naïef, opgesteld. Daar waar haar verantwoordelijkheid naar raad en inwoners, wat ons betreft, zwaarder had moeten wegen.

Voor wat betreft de raad had het college ons kunnen informeren over het verzuim melding te doen van de toepassing van een partij grond die niet toegepast had mogen worden. Met de brieven al op de plank, is het ook jammer te moeten constateren dat bewoners het nieuws begin deze week uiteindelijk via de media hebben moeten vernemen. Daar waar de gemeente het initiatief in handen had kunnen hebben, liet zij zich in een reactie modus dwingen. Welke les trekt het college hieruit voor de toekomst?

Wat daarbij opgemerkt moet worden is dat de provincie Gelderland, het bevoegd gezag als het gaat om de activiteiten die door de firma Vink worden uitgevoerd, zowel gisteren, tijdens een nota bene besloten bewonersbijeenkomst, schitterde in afwezigheid, en ook vandaag neemt de provincie niet de moeite om op de uitnodiging van deze raad in te gaan en laat zich vanavond vertegenwoordigen door de OddV.

Het College van Barneveld maakte de afgelopen maanden de afweging, hoe om te gaan met deze onderzoeksresultaten? Om meer zekerheid te hebben en een goede inschatting te maken van eventuele gezondheidsrisico’s, besloten zij eerst nader onderzoek te verrichten. Een keuze die tijd kostte. Als fractie stellen wij ons daarbij de vraag wat deze gekozen strategie voor ons als gemeente Barneveld betekent?

  • Wij denken dat het tijdig verstrekken van informatie, de ontstane onrust onder inwoners mogelijk had beperkt.
  • Wij begrijpen dat de beeldvorming in de media bij inwoners zorgt voor vragen over het imago van de wijk waarin zij wonen.

Met deze strategie van, laat ik het ‘zorgvuldigheid’ noemen, heeft het college een risico genomen. De puzzel die zij graag wilde voltooien, kreeg er keer op keer nieuwe stukjes bij. De consequentie is zoals geschetst, bewoners en de raad zijn overvallen. De realiteit is echter ook, dat de geconstateerde feiten uit de onderzoeken daardoor niet zijn veranderd.

Wat wij als raad nu weten, en wat toezichthoudende instanties in augustus 2017 al wisten, is dat er zand is toegepast waarvan initiële onderzoeksresultaten hebben aangetoond dat het zand niet gebruikt had mogen worden. De gemeten waarden leveren, zo beoordeelde ook de GGD, gelukkig geen gezondheidsrisico’s op. Hoe dit handelen door de firma Vink beoordeeld moet worden, is een zaak van het Openbaar Ministerie. Maar dat de gemeente Barneveld de toepassing van grond niet heeft gemeld, levert vragen op waar wij als fractie wel antwoord op willen hebben van het college. Wij zien de uitkomsten van externe onderzoeken met buitengewoon aandacht tegemoet, datzelfde geldt voor het externe onderzoek naar de gronden.

Ik sluit af met de constatering dat er nog veel vragen beantwoord moeten worden door gemeente, provincie en OM. Vragen van inwoners en vragen van de raad.

Antwoorden waar inwoners recht op hebben en welke kunnen bijdragen aan herstel van vertrouwen in een systeem dat vooropgesteld; daadkrachtig, professioneel en dienstbaar moet zijn voor haar eigen inwoners.