Vertrouwen komt te voet en gaat te paard

Vertrouwen komt te voet en gaat te paard

De vragen die wij samen met BI, het CDA en de VVD hebben gesteld over wat er vorige week is gebeurd rondom de verhuizing van oa de Oranjevereniging Voorthuizen, zijn volgens mij helder en het is aan het college om die straks te beantwoorden. Laat ik onze drie doelstellingen voor vanavond ook gelijk maar helder schetsen:

  • Pro’98 wil dat het college het besluit dat ergens de afgelopen weken is genomen (want wanneer precies is nog onduidelijk) heroverweegt en blijft werken, samen met de verenigingen, aan het realiseren van een nieuwe locatie.
  • Pro’98 wil dat het college reflecteert op haar eigen handelen van vorige week, zodat dit voldoende vertrouwen geeft voor de toekomst.
  • Pro’98 wil dat het college voortaan op een andere manier met onze verenigingen omgaat. En dan bedoelen wij:
    – Duidelijke afspraken vooraf en geen verrassingen achteraf.
    – Een goede interne overdracht bij wisselingen van projectleiders EN
    – Proactieve en eerlijke communicatie vanuit het college naar de verenigingen en de gemeenteraad wanneer de verwachtingen niet waargemaakt kunnen worden of te hoog gegrepen zijn.

In mijn bijdrage van vanavond zal ik de noodzaak proberen te schetsen van dit interpellatiedebat. Omdat we dit debat met vier partijen hebben aangevraagd en ik niet als eerste spreker het gras voor hun voeten wil wegmaaien, hebben we afgesproken dat ik mij beperk tot de invalshoek van 1 van de gedupeerde verenigingen. Mijn bijdrage heeft als titel: Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.

Stel je bent voorzitter van een vereniging die al sinds haar oprichting in 1990 geen eigen locatie heeft. Dat terwijl je om verder te groeien en te professionaliseren dit eigenlijk wel nodig hebt. Je bent een skeeler en schaatsvereniging. Eerst maak je gebruik van de openbare weg, maar in 2002 biedt een lokale ondernemer aan om daar op de parkeerplaats te trainen. Je bent tijdelijk geholpen. Maar de wens voor een eigen locatie blijft. In 2008 worden de eerste gesprekken hierover met de gemeente gevoerd. In eerste instantie zonder resultaat. Pas tien jaar later worden jouw wensen opgenomen in het coalitieakkoord.

Maar daarna lijkt het snel te gaan; in 2019 wordt een behoefteonderzoek gedaan en het lijkt erop dat je zowel met een school als met een vereniging gezamenlijk iets zou kunnen realiseren. In 2020 komen de uitkomsten naar de raad. De verwachting is dat dit tot concrete plannen zal leiden. Je nodigt de gemeenteraad en het college uit om eens te kijken in Ede waar ook een skeelerbaan ligt. De enthousiaste reacties doen je goed. Weer een stap in de goede richting.

In 2021 wordt het nog steeds niet echt concreet. Ondertussen krijg je vanuit je leden de nodige vragen. De gemeente was toch enthousiast, waarom duurt het zo lang? Halverwege het jaar komt de gemeenteraad met een motie om de vaart erin te houden, maar die wordt aangehouden omdat ze toch willen wachten op het zogenaamde accommodatiebeleid. Dat beleid biedt veel mogelijkheden voor jouw vereniging, wordt er gezegd, omdat daarin de nadruk wordt gevestigd op multifunctionaliteit. Iets waar jullie natuurlijk al lang mee bezig zijn.

Het wordt februari 2022. De wethouder geeft aan dat op korte termijn een voorstel verwacht kan worden. Alles is eigenlijk rond. De projectleider vanuit de gemeente is positief. Maar dan vertrekt de projectleider en het ligt even stil. In september 2022 blijkt dat de gemeente achter het net heeft gevist met het kopen van de grond. En jullie waren al zo ver! Om je heen zie je de dromen van andere verenigingen wel uitkomen. Je blijft dan ook vragen krijgen van leden. Hoe zit dat nu? Je bent toch al vijf jaar intensief in gesprek. Je blijft geduldig en geeft aan dat de gemeente nog steeds enthousiast is, maar dat het soms even tegen zit.

Begin 2023 blijken er gelukkig toch mogelijkheden te zijn. De ontwikkelaar die de grond heeft gekocht wil meewerken. Er wordt nog steeds door het college aangegeven dat aanhaken bij een andere vereniging, in dit geval de Oranjevereniging Voorthuizen voor jouw vereniging de enige haalbare kaart is. Vol goede moed pak je de draad weer op.

En met succes, want in het MIP wordt een investering voor je vrijgemaakt. Het MIP is iets nieuws wat kennelijk ineens heel belangrijk is. Sta je in het MIP, dan doe je mee. Ondertussen blijf je ook andere gebruikers enthousiasmeren om mee te doen. Op 21 augustus 2023 dient de Oranjevereniging het plan in. De nieuwe projectleider is positief en ziet voldoende aanknopingspunten. Je hebt wekelijks contact, maar ineens wordt er begin september niet meer gereageerd. Via via hoor je dat de projectleider is uitgeschakeld. Vervolgens wordt er verteld dat er een nieuwe projectleider wordt gezocht. De 5e in 6 jaar tijd. De vijfde keer dat je alle uitgangspunten weer opnieuw moet doorspreken en opsommen. Verder ontvang je geen enkele inhoudelijke terugkoppeling over het plan.

Dan word je op 16 oktober gebeld door een ambtenaar. Het college gaat de volgende dag besluiten dat zij onvoldoende basis zien in het gepresenteerde plan om de besprekingen door te zetten, wordt je verteld. Maar ze blijven met je in gesprek hoor! Je blijft achter met veel vragen… Want alléén verder als vereniging was toch te duur? De vereniging moest toch juist op zoek naar multifunctionaliteit? Begint nu alles weer van voor af aan? Dezelfde dag nog kom je erachter dat het besluit helemaal niet morgen wordt genomen, maar het college het besluit de week ervoor al heeft genomen. Vanuit het college zelf blijft het stil.

Wat moet je nu nog tegen je leden zeggen? Iedereen was toch enthousiast? Je hebt toch altijd constructief meegewerkt? Ondanks al die tegenslagen. Wat had je nu nog meer kunnen doen? Heb je iets over het hoofd gezien? Waarom wordt er zo met je omgegaan? Je voelt je machteloos.

Op deze manier kan je participatiebeleid maken tot je een ons weegt, als je zo met verenigingen en inwoners omgaat geeft dit weinig vertrouwen. We hebben dit in de door ons gestelde vragen bewust breder getrokken, want we zien hierin helaas een trend. Er wordt heel veel en met iedereen gepraat, maar er heerst een zekere beslis-angst. Daardoor wordt praten een soort van door-modderen. Daarmee toont de gemeente zich geen stabiele partner van onze maatschappelijke organisaties en inwoners. Wij horen graag van het college hoe ze het tij gaan keren.

Frank van der Lubbe